Geplaatst op 10-11-2011
| 1842 keer bekeken
| 0 reacties
Straatnamen I
Straten worden vaak genoemd naar een gebouw dat daar staat of ooit heeft gestaan. Ook naar een plein, markt of kerkhof. In oude steden, zoals in Ootmarsum, zijn veel straten naar gebouwen en situaties genoemd, die heden ten dage niet meer terug te vinden zijn. Gelukkig blijven die zaken dan op deze wijze toch in herinnering. Denk maar eens aan de Kapelstraat en de Gasthuisstraat. Er is geen kapel of gasthuis meer te zien. Wat te denken van de Ganzenmarkt waar geen enkele gans loopt. De Putstraat waar vroeger inderdaad een put stond en de Molenstraat waar alleen het onderste deel van een molen nog aan de tijd herinnert dat hier de stadsmolen stond.
Het was na de oorlog dat aan straten ook de naam van een persoon werd gegeven. Want ook personen, meestal inwoners, hebben vaak een grote betekenis voor de stad. Zo iemand wordt geëerd en blijft op die manier voor altijd in herinnering. Meestal staat op het straatnaambordje wat die persoon voor Ootmarsum heeft gedaan en wanneer hij leefde. Toch is het goed om van enkele personen iets meer te weten. In dit verhaal zal over een aantal personen iets meer worden verteld.
Schimmelpenninck van der Oyehof
Deze straat, en eigenlijk kun je eerder van een “hof” spreken, is genoemd naar H. F. M. baron Schimmelpenninck van der Oye. Hij was burgemeester van Ootmarsum van 1939-1966. Als jonge burgemeester moest hij meteen al de moeilijke oorlogsjaren van 1940-1945 meemaken. Maar hij wist het vaak zo te regelen, dat de Duitse bezetter hier in Ootmarsum weinig kwaad kon doen. Velen waren hem daar altijd dankbaar voor.
Tijdens zijn tijd als burgemeester van Ootmarsum werd een begin gemaakt met stadsuitbreidingen, zoals de Cellenkamp, het Villapark en de Stobbenkamp. Hij maakte ook nog mee, dat het nieuwe, stadhuis werd gebouwd. De laatste jaren was H. F. M. baron Schimmelpenninck van der Oye vaak ziek en in mei 1966 vroeg hij ontslag. Datzelfde jaar overleed hij bij zijn familie in Vught.
De Schimmelpenninck van der Oyehof is te bereiken vanaf de Profietstraat, de Hora Siccamastraat en de Grote Maten.
Campstede
L. Campstede werd in 1713 geboren en kwam toen hij 23 jaar was naar Ootmarsum. Daar werd hij rector van de Latijnse School. Hij bekleedde die functie van 1736-1791, maar liefst 55 jaar. Onder zijn leiding kreeg de Latijnse School van Ootmarsum grote bekendheid.
L. Campstede was tegelijkertijd dominee van de Nederlands Hervormde Gemeente in Ootmarsum en werkte in de grote kerk. Zijn naam staat op het grote bord achterin de N. H. Kerk.
De Campstede is een “rondlopende” straat die begint en uitkomt in de Grote Maten.
Odemarusstraat
Als je het verhaal in dit geschiedenisboek over Koning Othmar hebt gelezen, weet je meteen naar wie deze straat is genoemd. Koning Odemarus, ook wel Koning Othmar genoemd, wordt beschouwd als de stichter van onze stad. Dat zou in het jaar 126 zijn gebeurd. Ook gaf hij zijn naam aan de stad. In dit boek kun je lezen hoe van Othmars-heim de naam Ootmarsum is gemaakt.
De naam Odemarus moet dus zeker als straatnaam in herinnering blijven.
De Odemarusstraat loopt van de Profietstraat tot aan de Denekamperstraat.
Meijboomstraat
“Dokter Meijboom”, zoals oudere inwoners hem noemden, was huisarts voor Ootmarsum en omstreken. Hij kwam reeds in 1897 als arts naar Ootmarsum. Omdat L. Meijboom heel lang de enige huisarts in Ootmarsum was, kwam hij eigenlijk met alle inwoners in contact. Je begrijpt dat hij daarom erg bekend was. Maar ook omdat hij een hele goede dokter was.
De Meijboomstraat verbindt de Cramerstraat met de Denekamperstraat.
Twents
- Vaak wodt stroatn neumd noa leu, dee völ hebt doan veur Oatmössche.
- Ok wodt stroatn neumd noa belangrieke gebouwn, zoas ne kark, ’n klooster en ne möl.
- Ie könt in hoes wa ees vroagn of pa of ma nog wat van dee leu kent woar ne stroat noa neumd is.
- Goat ees noa dee stroatn hen dee neumd bint noa nen inwoner en schriewt ees op wat op dat brödke steet.