Geplaatst op 22-12-2011
| 2243 keer bekeken
| 0 reacties
Bommen op het Bergplein
Het was op 30 januari 1945 de hele middag al onrustig geweest in de lucht, zoals de mensen het in die tijd uitdrukten. Het betekende dat er veel bommenwerpers overkwamen. Ze vlogen in grote groepen richting Duitsland. Daar werden de industriegebieden gebombardeerd. Maar ook ’s avonds en ’s nachts hoorde je het eentonige en dreigende geronk van de vele vliegmachines. Natuurlijk probeerden de Duitsers hun vijand met afweergeschut te verhinderen verder te vliegen. Dat deden ze ook met jachtvliegtuigen die ook wel nachtjagers werden genoemd. Op de eerste plaats probeerden ze de bommenwerpers neer te schieten, vóórdat deze hun bommen konden afwerpen. Maar ook wanneer ze hun verwoestende werk hadden gedaan, werden ze door de Duitse jagers achtervolgd en beschoten.
Een van die Engelse bommenwerpers werd geraakt, toen het bezig was de bommen te lossen. Het werd zo erg beschadigd, dat besloten werd meteen naar Engeland terug te keren. De zware machine keerde om en zette koers richting Nederland. Hij werd daarbij achtervolgd door het Duitse jachtvliegtuig, dat hem even daarvoor had geraakt. Deze jager beschouwde de bommenwerper als aangeschoten wild, dat nog even afgemaakt moest worden.
De boordschutter van de bommenwerper kreeg de achtervolger in het vizier. Hij begon op de vijand te schieten. Tegelijk gaf hij aan de piloot door dat hij sneller moest vliegen. Maar er zaten nog steeds enkele zware bommen in het vliegtuig. Hierdoor kon hij niet sneller. Hij moest die bommen zien kwijt te raken, maar waar? Want waar hij ook keek, zag hij lichtjes branden. Die lichten betekenden dat daar dorpen en steden lagen. En hij kon toch geen bommen gooien op onschuldige burgers.
Eindelijk zag hij een donkere ruimte. Opgelucht drukte hij op de knop, waarmee de bommen gelost konden worden. Het schieten ging nog even door, maar de bommenwerper kon nu meer snelheid maken en kon aan de Duitse nachtjager ontkomen. Die moest ook wel terugkeren, omdat hij door zijn benzinevoorraad heen raakte. Het werd weer rustig in de lucht.
In Ootmarsum waren veel mensen wakker geworden. Het hevige schieten bij het luchtgevecht hield maar aan. Kogels drongen zelfs door tot in de huizen van enkele inwoners aan de Marktstraat. Bij Budde en Wientjes kwamen ze in de slaapkamer terecht en wonder boven wonder werd niemand geraakt.
Net toen men dacht dat het schieten was afgelopen, werd heel Ootmarsum opgeschrikt door enkele hevige explosies. Twee ontploffingen kort achter elkaar. Daarna werd het even ijselijk stil.
Toen drong het tot iedereen door dat Ootmarsum door bommen was getroffen. De verplichte verduistering was zo goed geweest, dat de Engelse piloot dacht dat hier geen dorp of stad was.
Hoe het nieuws zo snel kon gaan, is een raadsel, maar binnen de kortste keren wist iedereen dat het Bergplein was getroffen.
Hulpverleners en natuurlijk veel nieuwsgierigen renden door de straten naar het pleintje achter de Nederlands Hervormde Kerk. Hoe dichter ze in de buurt kwamen, des te beter zagen ze de schade die was aangericht. In de huizen langs de Ganzenmarkt was geen ruit heel gebleven. De verduisteringsplaten en gordijnen hingen aan flarden uit de ramen. Overal lag glas. Dichtbij het Bergplein zag men de vernielde daken. Op het Bergplein waren voorgevels totaal weggeslagen en kon je zo in de huizen kijken.
De hulpverleners gingen snel aan het werk. Ze haalden gewonden onder het puin vandaan uit de half ingestorte huizen. Lichtgewonden, maar ook mensen die zwaargewond waren. En één dodelijk slachtoffer. Dat was Femmie Davids, een juffrouw van de N. H. School. De zwaargewonden werden met een vrachtauto naar het ziekenhuis in Oldenzaal gebracht. Voor één slachtoffer was geen hulp meer mogelijk. Johan Heupink, een jongen van 12 jaar overleed de andere dag. De andere gewonden overleefden. Bij een man moest een arm worden afgezet en een jongeman moest een oog missen.
Twents
- Ok in Oatmössche bint ’n stuk of wat bomn valn.
- Twee bomn hebt op ’t Bargplien völ kepot maakt.
- D’r bint twee börgers van Oatmössche um ’t lèèvn komn.
- Op ’t Bargplien steet sinds 1950 het oarlogsmonument.