Geplaatst op 03-10-2011
| 943 keer bekeken
| 0 reacties
Stadspoorten
In het jaar 1402 zei de Bisschop van Utrecht, Frederik van Blankenheim tegen het stadsbestuur van Ootmarsum dat ze grachten moesten graven en wallen moesten opwerpen. De bisschop kon dat bevel geven, omdat hij ook landsheer was. Ook was die bisschop een goed veldheer, die verstand had van oorlog voeren.
Hij wilde langs de grenzen van zijn rijk zoveel mogelijk vestingsteden, want dan was zijn land beter beschermd. De burgers van Ootmarsum gehoorzaamden en in 1405 lagen er grachten en wallen rond de stad.
Je kon op twee plaatsen de stad nog binnenkomen en wel door de twee stadspoorten. Aan de zuidzijde stond de Zuider Poort of Houten Poort en aan de noordzijde de Stenen Poort. Ondanks de goede bescherming werd Ootmarsum nogal eens overvallen. Het waren vooral de troepen van de hertog van Gelre (Gelderland). Zo werd de stad in 1510 ook weer eens overvallen en bij die gelegenheid werden de stadspoorten vernield. Maar ze werden weer opgebouwd en dat is te zien op de stadsplattegrond die Jacob van Deventer in 1560 tekende.
Nadat Prins Maurits in 1597 de Spanjaarden uit Ootmarsum had verdreven gaf hij bevel de stad te ontmantelen. Dat betekende: wallen afgraven, grachten dichtgooien en poorten afbreken!
Met het afbreken van de poorten werd echter geen haast gemaakt. Zo is bekend dat de Stenen Poort pas in 1780 werd gesloopt. Hij was in verval geraakt en deed toch geen dienst meer. Maar de Houten Poort kreeg in datzelfde jaar 1780 nog een flinke opknapbeurt. Deze kon er toen nog bijna honderd jaar tegen. Volgens oude geschriften was de poort in 1846 weer bouwvallig en in 1870 was de poort zo slecht, dat hij maar werd afgebroken. Gelukkig werd van de poort vlak voordat hij werd gesloopt nog een afbeelding gemaakt, zodat we kunnen zien hoe de poorten er uit zagen.
Op de afbeelding is de poort te zien met links het huisje van de poortwachter. (Daar staat nu de slagerij). Het grote huis vooraan links was hotel De Keizerskroon. Later was het een poos burgemeesterswoning en nu staat er een winkel. Een koetsje is net onder de poort doorgereden en staat bij het hotel. Hoewel de poort Houten Poort wordt genoemd, is hij bijna geheel van steen. Misschien was de eerste poort die daar stond van hout.
De Stenen Poort aan de noordzijde van de stad, bij café De Poort, zag er bijna hetzelfde uit. Ook daarvan is een afbeelding, maar veel kleiner en wat onduidelijk. Bij de herinrichting van het stadscentrum in 1985 werden restanten van de fundering van de Stenen Poort gevonden.
Twents
- Vrooger ko’j mear van twee kaantn Oatmössche in komn….en d’r oet.
- D’r stun ne poart op ’t eind van de Grotestroat en één op ’t eind van de Marktstroat.
- Het zol mooi wèèn as de twee stadspoartn wear opbouwd zoln wodn.
- Oatmössche was één van de belangrieke vestingstadjes in Twente.