Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Tijdlijn

3000 v.c. - nu
3000 v.c. - 500
500 - 1000
1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
1900 - 1950
1900 - nu
Print

Hagioscoop

Hagioscoop

Een moeilijk woord, zul je zeggen. Maar als het wordt uitgelegd, toch ook weer niet zo moeilijk. Het woord hagioscoop bestaat eigenlijk uit twee delen : hagio en scoop. Deze beide woorden komen uit de Griekse taal. Hagio betekent heilig en scoop betekent kijken of zien. Denk in dit verband ook maar aan telescoop. Tele betekent ver en scoop betekent zien. Telescoop betekent dus ver (kunnen) zien.

En zo betekent hagioscoop: het heilige zien of naar het heilige kijken.

Ooit was er in Ootmarsum een hagioscoop en het zal niet al te moeilijk zijn om te raden waar je die hagioscoop moet zoeken.

Juist, bij de r.- k. kerk. Je moet daarvoor naar de oostkant, de  achterkant van de kerk. Daar is een plek in de muur waar vier stenen duidelijk nieuwer zijn dan die er omheen. Boven die vier nieuwe stenen staan letters en cijfers in de muur gegraveerd.

Heel vroeger, en dan moet je al terug gaan naar 1300 en 1400 zat daar een gat in de muur. Zo’n gat in de muur heet een hagioscoop. Als je door dat gat naar binnen keek, kon je het heilige zien; kon je naar het heilige kijken. Dat was dan het altaar, waar God werd bewaard in de vorm van een hostie. Je kon ook zien wat er zoal op het altaar gebeurde.

Wie keek nu door zo’n gat naar binnen?

Er zijn veel mensen die dat hebben onderzocht en daarbij is onder andere de volgende verklaring gevonden.

Er was een tijd waarin veel mensen leden aan de besmettelijke ziekte lepra. De mensen die daaraan leden, werden leprozen genoemd. Die leprozen zaten onder de wonden en zweren en ze konden dat heel gemakkelijk aan anderen overbrengen. Lepra was namelijk heel besmettelijk. Ze mochten daarom absoluut niet met andere mensen in contact komen.

De lepra drong ook door in onze streken. Het stadsbestuur van Ootmarsum had voor de leprozen een huis buiten de stad gebouwd. Daar woonden ze bij elkaar. Af en toe mochten ze in de stad komen, maar dan moesten ze zich met een belletje of een ratel laten horen.

De leprozen wilden natuurlijk ook wel eens naar de kerk, maar omdat de mensen daar dicht op elkaar zaten of stonden, was de toegang voor leprozen verboden. Om hen dan toch de gelegenheid te geven te kijken en te luisteren naar de priester, werd aan de kant van het altaar dat gat in de muur gemaakt. Dat was de hagioscoop. Daar konden ze dan doorheen kijken en konden ze het heilige zien.

Toen de ziekte eenmaal was bedwongen, kon het gat worden dichtgemetseld. De inscriptie boven de stenen  laat eerst het jaartal zien: Anno Domine 1448. Vervolgens staat daaronder de tekst: Toeschouwersplaats voor misvormden en besmetten met koorts, tot aan hun reiniging(= genezing).

Twents

  1. A’j vrooger ne besmettelijke zeekte hadn, mog ie nich in de kark komn.
  2. Leupn dee leu in de stad, dan mosn ze ’n belleke loatn rinkeln.
  3. Regtevoart bint d’r in Europa zoawat gin besmettelijke zeektes mear.
  4. A’j noe zeek wodt, kö’j voart noa ’n dokter hen. Dat was vrooger nich zoa.


Media
  • Hagioscoop.JPG
  • Hagioscoop2.JPG
  • Hagioscoop3.JPG
  • Hagioscoop vroeger.jpg

Laat een bericht achter
De naam die je hier invult wordt weergegeven bij de reactie.
Je e-mail adres is nodig voor het verwerken van de reactie, maar wordt niet getoond op de website.
De veiligheidscode wordt gebruikt om spam tegen te houden. Hiermee kunnen mensen worden onderscheiden van automatische spam scripts.
CAPTCHA Afbeelding
Vul de bovenstaande code hieronder in