Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Tijdlijn

3000 v.c. - nu
3000 v.c. - 500
500 - 1000
1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
1900 - 1950
1900 - nu
Print

Twentse Damastfabriek

Twentse Damastfabriek
 
Al heel vroeg was de textielindustrie erg belangrijk in Twente. Industrie is eigenlijk een te groot woord, want het spinnen en weven gebeurde bij de mensen in huis. Veel mensen hadden een spinnewiel en er waren ook huizen waar een weefgetouw stond. Men maakte hoofdzakelijk linnen.
Aan het eind van de achttiende eeuw zetten handelaren meerdere spinnewielen en weefgetouwen bij elkaar in een groot gebouw. Daar konden de mensen dan werken en ze kregen daarvoor arbeidsloon.
Het linnen dat in zo’n “fabriekje” werd gemaakt, werd verkocht door de handelaar. Dit is het begin geweest van de textielindustrie in Twente.
 
Misschien heb je wel eens gehoord of gelezen dat vooral in Enschede, Almelo en Oldenzaal veel textielfabrieken hebben gestaan. Bekende namen zijn Gelderman, Van Heek, Jannink en Ten Cate.
Ootmarsum was maar een kleine stad. Toch waren ook hier al vroeg kleine textielfabriekjes. Deze groeiden echter niet uit tot grote fabrieken.
  
De grootste textielfabriek in Ootmarsum was die van Bendien. Deze Bendien was een zoon van een joodse textielhandelaar. Hij woonde in Ootmarsum aan de Grotestraat en was directeur van een fabriek  die op de hoek van de Denekamperstraat met de Laagsestraat stond. Op oude foto’s is de fabriek nog te zien.
 
In het begin werd in de fabriek van Bendien alleen maar linnen geweven. Maar later maakte men er ook katoen. Verder leverde Bendien damast. Dat is een kostbare stof waar namen en figuren in geweven zijn. De fabriek van Bendien kreeg dan ook de naam Twentsche Damast-, Linnen- en Katoenfabriek.

Hoewel Bendien al enkele jaren eerder was begonnen, werd de fabriek in 1813 officieel gesticht.
De Ootmarsumse fabriek bleef een hele tijd zelfstandig, maar na verloop van tijd ging men samenwerken met andere fabrieken. De Twentse Damastfabriek, zoals deze al spoedig kortweg werd genoemd, ging samenwerken met Ten Cate in Almelo.
 
Maar de naam Twentse Damastfabriek bleef altijd aan het gebouw verbonden. Directeuren aan de Twentse Damastfabriek waren onder andere A. Bendien, K. Haal, J. Reuwer en J. Koenen.
De laatste eigenaar van de Twentse Damastfabriek was G. Steinmeijer en deze besloot in 1995 alle machines over te brengen naar Losser. Ook de personeelsleden gingen mee. Daarmee kwam een einde aan de Twentse Damastfabriek in Ootmarsum.
 
Het fabrieksgebouw stond een poosje leeg. En net toen iedereen dacht wat er nu eigenlijk met al die gebouwen moest gebeuren, kocht tabaksfabrikant Heupink & Reinders ze op. Het grootste deel werd gebruikt als opslagruimte. Ook werd in een grote loods een sigarettenfabriek ondergebracht.
Omdat het kantoor aan de voorkant en de smederij aan de zijkant geen dienst konden doen, werden deze delen afgebroken.
 
Op die plaats werden het kantoor van de GIBO-Groep en de winkel met magazijn van de Welkoop gebouwd.
Sinds 2011 is hier nu ook de brandweer gevestigd. Een deel van het gebouw heeft inmiddels zijn eigen naam weer terug. "Het Damast". Kleinkoor Ootmarsum heeft hiermee een nieuw onderkomen als oefenruimte.
 
 Twents
1.Heel vrooger hadn völ leu ’n spinnewiel en mangs ’n wèèfgetouw in hoes. Zoa wedn ’n paar cèènt tooverdeend.
2.Ok in Oatmössche kwam ne textielfebriek. Nen oaln naam veur dat febriek was ’t Steumke, umdat alle mesien op stoom leupn.
3.Völ leu oet Oatmössche hebt joarn op ‘t febriek warkt.
4.Het veurste stuk van ’t oale febriek is of e brokn. Doarveur in de plaats kwam ’n ketoar en nen winkel.

 
 
 









 


Media
  • Twentse damast BV.jpg

Laat een bericht achter
De naam die je hier invult wordt weergegeven bij de reactie.
Je e-mail adres is nodig voor het verwerken van de reactie, maar wordt niet getoond op de website.
De veiligheidscode wordt gebruikt om spam tegen te houden. Hiermee kunnen mensen worden onderscheiden van automatische spam scripts.
CAPTCHA Afbeelding
Vul de bovenstaande code hieronder in