Bisschop Radboud
Evenals in de rest van Nederland woonden in de eerste eeuwen na Christus in Twente heidense volken. Zij hadden nog geen kennis gemaakt met het christendom en geloofden in afgoden en boze geesten.
Met behulp van allerlei gebruiken en tekens probeerden de mensen die geesten gunstig te stemmen. Een geest die kwaad was, kon immers ongeluk brengen!
Zo brachten de mensen voorstellingen en tekens op hun woningen aan; deze moesten hen tegen onheil beschermen. Ze bliezen op hoorns om daarmee de kwade geesten te verdrijven.
De paus van Rome stuurde geloofsverkondigers naar de heidense landen. Tegenwoordig worden deze geloofsverkondigers ook wel missionarissen genoemd. Ook in Twente kwamen enkele van die geloofsverkondigers. Zij bekeerden de meeste mensen tot het christendom.
Maar ze waren wel zo verstandig om de tekens en gebruiken niet te verbieden. Ze leerden de mensen echter om aan al die gebruiken en tekens een andere betekenis te geven. Dat gebeurde met het blazen op de midwinterhoorn, maar ook met de geveltekens op de daken van de huizen.
Die geloofsverkondigers kwamen ongeveer 700 na Christus vanuit Ierland naar dit gebied. Enkele bekende geloofsverkondigers waren Marcellinus en Ludger.
Ze bouwden een kerkje, waar de mensen godsdienstoefeningen konden bijwonen. Het waren houten kerkjes die van boomstammen waren gemaakt.
Zo’n kerkje werd natuurlijk niet zomaar ergens in een verlaten streek gebouwd, maar op een plaats waar mensen woonden. De kleine nederzetting Othmarsheim was zo’n plaats waar een houten kerkje kwam te staan; waarschijnlijk een van de eerste kerkjes in Twente!
Het kwam te staan op de plaats waar nu de grote rooms-katholieke kerk staat. Dat daar ooit een kerkje stond, werd ontdekt in 1969. In dat jaar werd het verwarmingshokje gebouwd en tijdens het graven deden de arbeiders een belangrijke ontdekking. Ze vonden een boomkistgraf, een uitgeholde boomstam, waarin overblijfselen van een mens lagen. Deze was daar tussen 750 – 800 begraven. In die jaren was het namelijk de gewoonte om overledenen aan de zuidkant van de kerk te begraven. Er moet dus in die tijd een (houten) kerkje op die plaats hebben gestaan.
De geloofsverkondigers slaagden erin om de meeste mensen in Twente tot het christendom te bekeren en tot op de dag van vandaag is de meerderheid van de bewoners van Twente rooms-katholiek.
Af en toe kwam een bisschop de gebieden bezoeken, waar de geloofsverkondigers hadden gepreekt. In het jaar 917 kwam hier bisschop Radboud op bezoek. Hij zag dat hier goed was gewerkt en trok tevreden door naar Drente. Daar werd hij echter ernstig ziek en hij voelde dat hij niet lang meer zou leven. Daarom gaf hij zijn begeleiders opdracht hem naar Othmarsheim te brengen, omdat daar een “oratorium”, een kerkje stond. Bisschop Radboud kwam hier aan en overleed enkele dagen later.
Ter herinnering aan deze bisschop is een straat naar hem genoemd, de Radboudstraat. Ook was hier van 1855 – 1983 het Radboud-Internaat waar kinderen werden opgevangen. In de Putstraat naast de parkeerplaats staat een beeld van Bisschop Radboud.
Twents
- De katholieke kark steet midn in de stad Oatmössche.
- In Oatmössche stun a heel vroo ne kleine kark.
- Vrooger wedn dee earste kärkskes van hoalt maakt.
De kark van noe is maakt van Bèènthemer steen
Er zijn geen items gevonden.