Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Tijdlijn

3000 v.c. - nu
3000 v.c. - 500
500 - 1000
1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
1900 - 1950
1900 - nu
Print

Dominee J. van Loo

De rooms-katholieke inwoners van Ootmarsum vinden het fijn dat een straat in hun stad is genoemd naar een pastoor. In dit boek staat een verhaal over die pastoor, die Henricus Smithuis heette.

Maar er is ook een straat die naar een dominee is genoemd: de Van Loostraat. Voor de protestantse burgers maar ook voor heel Ootmarsum is deze dominee van groot belang geweest.

Jacob van Loo werd in 1754 in Naarden geboren. Zijn vader was dominee en Jacob koos ook voor dat ambt. In 1786 kwam J. van Loo als dominee naar Ootmarsum. Hij bleef hier tot aan zijn dood. Jacob van Loo werd niet erg oud. Hij was lange tijd ziekelijk en overleed in 1797 op 43-jarige leeftijd.

Wat was de betekenis van dominee van Loo voor de Nederlands Hervormde Gemeente en voor Ootmarsum.

Dominee van Loo kwam in Ootmarsum, toen de protestanten hun godsdienstoefeningen in de grote, nu r.- k. kerk hielden. Daar preekte hij en het zijn juist die preken die hem een grote bekendheid hebben gegeven. Hij leefde en werkte in een tijd waarin de oorlog dreigde. Een tijd met veel armoede onder de mensen. Een tijd met veel ziekte onder het vee. Een tijd van achteruitgang van handel en nijverheid.

Het was dominee van Loo die in zijn preken deze verschijnselen verwerkte en de mensen troost wist te geven.

Maar hij liet het niet bij preken alleen. Dominee van Loo schreef maar liefst acht boeken met daarin verhalen hoe volgens hem het beste geleefd kon worden.

Voor Ootmarsum en dan vooral voor de geschiedenis van de stad is het belangrijkste boek dat hij schreef zijn Dagboek. Daarmee begint dominee van Loo op 20 oktober 1777, als hij nog niet eens in Ootmarsum woont. Het Dagboek eindigt op 28 maart 1797. En juist die laatste periode is van belang. Hij schreef namelijk alles op hoe het van 1786 tot 1797 in Ootmarsum toeging. Hoe er werd geleefd en gewerkt en welke invloed de oorlog had.

In die tijd was ons land namelijk in oorlog met Frankrijk. En ook Ootmarsum ontkwam niet aan de gevolgen van die oorlog.

Daar was allereerst de komst van de Duitse en Engelse soldaten, die ons land hielpen tegen de Fransen. De soldaten kwamen bij de mensen in huis om daar te eten en te slapen. Dat was niet zo prettig. Want in die tijd was er armoe en dan kun je eigenlijk geen extra eters gebruiken.

Maar de soldaten maakten ook gebruik van de prachtige oude kerk. En dominee van Loo schreef op 1 februari 1795 in zijn Dagboek de bekende zin: “Geen godsdienst gehouden. De kerk is een paardenstal, een gaarkeuken, een hospitaal.”

In zijn Dagboek is ook veel te lezen over zijn bezoeken aan het Huis Ootmarsum, de vroegere Commanderie. De gegevens over de tijd dat de Fransen hier de baas waren, zijn erg belangrijk.

Over Jacob van Loo staat dan op het laatst nog ergens geschreven: “Na vele sukkelingen (problemen met ziekte) overleed alhier op 1 augustus 1797 in de ouderdom van bijna 43 jaren Ds D. J. van Loo, predikant van deze gemeente.”

Twents

  1. D’r zit zun honderd joar tusschen de tied dat Smithuis hier pastoar en Van Loo hier dominee was.
  2. Holland har ’t d’r in dee tied nich al te best bie lign: achteroetgaank, oarlog en aarmood.
  3. Dominee van Loo hul ziene prèèkn in de grote kark.
  4. Veural deur zien Dagbook is dominee van Loo zoa bekend wodn. Hoal ie ok ’n dagbook bie? Mö’j ees doon.



Laat een bericht achter
De naam die je hier invult wordt weergegeven bij de reactie.
Je e-mail adres is nodig voor het verwerken van de reactie, maar wordt niet getoond op de website.
De veiligheidscode wordt gebruikt om spam tegen te houden. Hiermee kunnen mensen worden onderscheiden van automatische spam scripts.
CAPTCHA Afbeelding
Vul de bovenstaande code hieronder in