Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Tijdlijn

3000 v.c. - nu
3000 v.c. - 500
500 - 1000
1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
1900 - 1950
1900 - nu
Print

Pastoor H. Smithuis

De Smithuisstraat. Velen rijden er misschien wel elke dag door bijvoorbeeld als ze naar het zwembad gaan. Het is een van de langste straten in Ootmarsum. Heb je wel eens gelezen wat er op het straatnaambordje staat?

De straat is genoemd naar pastoor Smithuis die erg veel voor de katholieken van Ootmarsum en omgeving heeft gedaan. Hij was pastoor in een moeilijke tijd, toen de katholieken niet in hun eigen kerk mochten. Hun godsdienstoefeningen werden vaak gehouden in kerkschuren. In het verhaal over de N. H. Kerk in dit boek kun je daar meer over lezen.

Henricus Smithuis werd in Duitsland geboren en werd rond 1680 pastoor, maar had toen nog geen eigen parochie. In het klooster Frenswegen, dat net over de grens in Duitsland ligt, werd hem verteld, dat het met de parochie Ootmarsum niet zo best ging. Er was daar geen pastoor meer die kinderen kon dopen, die de H. Communie kon uitreiken, huwelijken kon sluiten en godsdienstles kon geven.

Pastoor Smithuis besloot om die parochie te helpen. Maar hij mocht niet in Ootmarsum wonen en werken. Hij mocht toen in een schuur van een Duitse boer in Halle wonen en daar ook een kleine kapel inrichten. Halle is een kleine plaats net over de grens. Door op de Hooidijk rechtsaf de Bouwmansweg in te rijden, kom je in Halle. Die boer heette Konink en opvallend was, dat die boer protestant was. Het gebied waar pastoor Smithuis woonde en werkte, heet nu nog Konink-Hook. Het werd al spoedig bekend, dat pastoor Smithuis vlak over de grens woonde en velen uit de parochie Ootmarsum gingen zondags, maar ook door de week naar de Konink-Hook. De katholieken konden steeds bij pastoor Smithuis terecht. Hij stond altijd voor hen klaar. Zelfs als er ’s nachts om hulp werd gevraagd. Ook kon hij weer godsdienstles geven, aan kinderen de Eerste H. Communie uitreiken, kinderen dopen en huwelijken sluiten.

Op een dag kwamen de burgemeesters van Ootmarsum bij de pastoor om daar uit te rusten van een jachtpartij. Tijdens het gesprek vroeg de pastoor of hij misschien in Ootmarsum mocht komen wonen. In 1700 kreeg hij toestemming en hij mocht zelfs een klein kapelletje inrichten. Dat was dichtbij de Houten Poort. De Kapelstraat herinnert daar nog aan.

Met behulp van rijke parochianen kon pastoor Smithuis zelfs een groot gebouw kopen. Dat huis wilde hij later als zijn pastorie gebruiken. Maar dat heeft hij zelf nooit beleefd.

Drie jaar later, in 1703 moest pastoor Smithuis namelijk weer de stad uit. Maar hij zette zijn werk toen weer voort vanuit de Konink-Hook vlak over de grens. Hij is waarschijnlijk in 1726 gestorven.

Twents
In Oatmössche hebt völ stroatn nen naam van nen belangriekn inwoner. Op zunne wieze kö’j zun persoon earn en herdèènkn.
Pastoar Smithoes deu zien wark vanoet ne schuur van nen protestantn boer oet Halle, vlak owwer de grèèns.
Regtevoart is iedereen vri’j noa wat vunne kark hee hen wil.
In Twente bint de leu van oaldsher veurnamelijk rooms-katholiek.



Laat een bericht achter
De naam die je hier invult wordt weergegeven bij de reactie.
Je e-mail adres is nodig voor het verwerken van de reactie, maar wordt niet getoond op de website.
De veiligheidscode wordt gebruikt om spam tegen te houden. Hiermee kunnen mensen worden onderscheiden van automatische spam scripts.
CAPTCHA Afbeelding
Vul de bovenstaande code hieronder in