Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Tijdlijn

3000 v.c. - nu
3000 v.c. - 500
500 - 1000
1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
1900 - 1950
1900 - nu
Print

Witte Wieve

Witte Wieve
 
Evenals in andere delen van Twente worden in Ootmarsum verhalen over de Witte Wieve verteld. Witte Wieve zijn vrouwtjes die aan een bosrand of op een heideveld wonen. Ze dragen lange, witte kleding. Ze doen eigenlijk niemand kwaad, maar je moet ze niet plagen. Ze komen pas in het schemerdonker tevoorschijn en het liefst bij mistig weer.
 
Dat ze kwaad kunnen worden ondervond een boerenknecht die met een stel vrienden op een feest was. Daar werd gedronken. Maar ook werd op dat feest gegeten. Er hing een varkentje aan een spit. Een spit is een lange, ijzeren pen, waaraan een stuk vlees kan worden gestoken. Het feest liep ten einde. Aan het spit hingen alleen nog wat botjes van het varkentje. En er was flink gedronken. Onze boerenknecht begon stoer te doen. Toen een van de mannen over de Witte Wieve begon, riep hij ineens. “Ik ben niet bang voor die Witte Wieve.” De anderen schrokken daar eigenlijk wel van. Ze zeiden tegen de knecht dat hij niet zo hard moest schreeuwen. De Witte Wieve zouden hem wel eens kunnen horen. Maar de knecht wilde toen helemaal niet meer terugkrabbelen. Hij pakte het spit, waaraan de botjes hingen en riep. "Ik zal die Wieve het spit eens brengen.” Nu moet je weten, dat het spit brengen een zware belediging was. Want wie brengt nu een partij afgekloven botjes bij iemand?
 

Voordat zijn vrienden hem konden tegenhouden, sprong de knecht op en rende met het spit in de richting van het heideveld, want daar woonden de Witte Wieve. Onderweg begon hij toch wel een beetje bang te worden. Het zag er allemaal best geheimzinnig uit in het donker. Hij moest ook nog door een klein bos, waar de takken laag over het pad hingen. Af en toe zwiepte zo’n tak tegen zijn hoofd en dan schrok de knecht. Hij kreeg spijt van zijn stoere gedrag, maar kon nu niet meer terug. Zijn vrienden zouden hem altijd blijven uitlachen.
 

Hij was vlakbij het heideveld, toen hij een grote sliert mist zag drijven. In zijn angst zag de knecht die mistbank voor een groep Witte Wieve aan. Hij pakte het spit bij het uiteinde vast, slingerde het in de richting van de mistbank en riep: “Hier he’j ’t spit, zorg zölf mear da’j d’r vlees an kriegt.”
 

Meteen draaide hij zich om en zette het op een lopen. Onderweg keek hij eens om en zag tot zijn grote schrik hoe een paar witte gedaanten hem achtervolgden. De Witte Wieve waren kwaad en wilden de knecht straffen! Zo hard hij kon rende deze in de richting van de boerderij waar hij als knecht werkte. Hij sprong daarbij over sloten, rende door een weiland en kwam volkomen uitgeput op het erf van de boerderij aan. De Witte Wieve waren hem al heel dicht genaderd. De knecht kon nog net de niendeur openen en naar binnen rennen. Hij had de deur nauwelijks dichtgegooid of hij hoorde een scherpe tik tegen de stiepel. Maar hij was binnen en veilig!
 

De andere ochtend was de knecht als eerste wakker. Hij opende de niendeur en schrok geweldig. In de stiepel zat namelijk het scherpe spit geprikt. Dat was natuurlijk die scherpe tik geweest. De Witte Wieve hadden hem met dat spit willen raken, maar hij was net op tijd binnen geweest. De knecht heeft de Witte Wieve nooit meer geplaagd.

Media
  • WitteWieven.jpg

Laat een bericht achter
De naam die je hier invult wordt weergegeven bij de reactie.
Je e-mail adres is nodig voor het verwerken van de reactie, maar wordt niet getoond op de website.
De veiligheidscode wordt gebruikt om spam tegen te houden. Hiermee kunnen mensen worden onderscheiden van automatische spam scripts.
CAPTCHA Afbeelding
Vul de bovenstaande code hieronder in