Geplaatst op 04-04-2012
| 6294 keer bekeken
| 1 reacties
Gemaakt door Loes V en Karlijn.
Inleiding;
Hoe zag het plaatsje Ootmarsum er in de oorlog uit? Wij probeerden hier achter te komen en dat is ons gelukt. Wij gaan jullie er over vertellen.
Dit is wat wij wilden weten:
· Hoeveel last had Ootmarsum van de Hongerwinter?
· Het bergplein werd gebombardeerd, waarom en
wanneer?
· De onderduikers in Ootmarsum, waren dat alleen
maar joden?
· Hoe zit het precies met de moord op de kuiperberg?
Om hier achter te komen hebben we ook een interview met een overlevende van de tweede wereldoorlog gehad.
Hoeveel last had Ootmarsum van de Hongerwinter?
In Ootmarsum was het niet zo als andere delen in Europa. Ootmarsum had voldoende voedsel. De meeste mensen verbouwden alles in hun eigen tuin. Ook was er spek en vlees, want er werd wel eens stiekem een varken geslacht. Ook was er nog voldoende brandhout. Maar er was wel gebrek aan turf. Turf was in die jaren een belangrijke brandstof voor de kachel en het fornuis. De burgemeester van Ootmarsum was er in geslaagd om heel veel turven op de kop te tikken. De turven liet hij in een grote schuur die in de Engelse Tuin stond inpakken. De burgemeester had het aan heel weinig mensen verteld, want hij wilde Ootmarsum verrassen. Op een zekere dag werd er verteld door iemand dat de Duitsers in die schuur in de Engelse Tuin verschillende materialen hadden neergelegd. Wapens, kogels, stoelen, tafels en zelfs autobanden. Toen besloot een groep jongemannen die dat ook hadden gehoord de schuur in brand te steken. Zo wilden ze de Duitsers flink te pakken nemen. De jongemannen waren trots dat ze dat hadden gedaan. Maar ze wisten niet dat er ook turf lag. Toen hadden ze spijt. De burgemeester was boos op de jongemannen, z’n turven waren verbrand, maar helaas niet in de kachels van zijn inwoners.
Het bergplein werd gebombardeerd, waarom en wanneer?
De hele dag van 30 januari 1945 was het al onrustig geweest in de lucht. Er vlogen veel bommenwerpers over Ootmarsum. Ze vlogen richting Duitsland. Ze bombardeerden de industriegebieden. In de nacht van 30 januari op 31 januari hoorde je geronk van vliegtuigen. Een Engelse bommenwerper was geraakt. Hij wilde zo snel mogelijk wegvliegen. Alleen hij had een te zware lading bij zich waardoor hij niet zo snel kon gaan. Deze lading waren twee grote bommen. Hij moest ze ergens lossen maar waar? Hij zocht naar een plek waar geen licht brandde. Eindelijk vond hij die plek, Ootmarsum. Hij dacht dat daar geen dorpje of stadje was omdat de lichten al na 8 uur uit waren gegaan. Dus hij liet z’n twee bommen vallen. In Ootmarsum waren veel mensen wakker geworden. Er was meteen al 1 dodelijk slachtoffer getroffen door de bom. Dat was een juffrouw van de N.H. school, Femmie Davids. Ook veel mensen waren gewond. Een zwaargewonde jongen, genaamd Johan Heupink, kwam op 12-jarige leeftijd om het leven aan zijn verwondingen. Johan Heupink was de beste vriend van Chris Velthuis.
De onderduikers in Ootmarsum, waren dat alleen maar joden?
Het antwoord op deze vraag is nee. Nadat de Duitsers op 10 mei 1940 ons land waren binnengevallen begon een soort drijfjacht op mensen. Hitler had haat aan joden. Maar niet alleen joden moesten onderduiken, ook Nederlandse jonge mannen. De jonge mannen moesten werken in fabrieken in Duitsland omdat daar niemand meer was die dat werk kon doen. Iedereen zat in het leger. De Nederlandse jonge mannen wouden niet werken in Duitse fabrieken. Ze gingen vaak bij boeren onderduiken, want die hadden meestal wel een schuur of een strohoop waar ze zich konden verbergen.
Hoe zit het precies met de moord op de kuiperberg?
In Almelo aan de Grotestraat woonde het gezin Menco. Twee ouders, vader Maurits en moeder Sofia. Zij hadden 6 kinderen. Herman, Betty, Sallo & Simon en Nico & Stella. Het gezin Menco waren joden. Zij liepen gevaar om opgepakt te worden. Dus zocht vader Maurits onderduikadressen voor het gezin. Hij vond verschillende plekken. Hij, zijn vrouw en de twee tweelingen gingen onderduiken bij boerderij Evers in Hezingen, bij Vasse. Daar was een zolderruimte boven het woongedeelte van de boerderij. Ze moesten daar de hele dag blijven. Op een dag ging het toch mis. De Duitsers stonden aan de deur. Ze wouden naar binnen maar de deur was afgesloten. Dus losten ze enkele schoten op de deur. De schoten drongen tot het hout door en B. Evers werd geraakt. Hij werd naar het ziekenhuis maar werd later opgehaald door de Duitsers en doodgeschoten. Een paar landwachters zagen iets bewegen in het varkenshok. Zo werd de familie Menco ontdekt. Ze werden naar de kazerne in Ootmarsum gebracht. Daar werden ze in de cel gestopt. Vader en de jongens werden in een auto gezet richting Reutum. Alle vier werden ze doodgeschoten. Moeder en dochter gingen met de auto naar Oldenzaal. Wat er met hun is gebeurd, weten we nu nog steeds niet. Herman en Betty zjin nooit opgepakt. Ze konden zelfs bij de onthulling van het monument zijn. Betty woont nu nog steeds in Israël.
Interview met Chris Velthuis.
Hij is overlevende van de Tweede Wereldoorlog. Dit zijn de vragen die wij hebben gesteld.
1. Weet jij nog iets van het bombardement op het
Bergplein?
2. Gingen in Ootmarsum de lichten om 8 uur ook uit?
3. Trokken de Duitsers ook in Ootmarsumse huizen?
4. Wat is jouw ervaring van de oorlog?
5. Chris Velthuis heeft ook een gedicht gemaakt over
de oorlog.
Weet jij nog iets van het bombardement op het Bergplein?
“Ja, wij woonden er erg dicht bij. Het was al heel rumoerig die nacht in de lucht. Tot we plotseling bommen hoorden. Alle ramen sprongen eruit. Er was geen glas meer over. Iedereen liep naar buiten om te kijken hoe erg de schade was. Een buurvrouw van ons was al overleden. Dat was Femmie Davids. Een van mijn beste vrienden had ook erge verwondingen. Hij werd meteen door naar het ziekenhuis gestuurd. Helaas is hij de volgende dag aan zijn verwondingen overleden.”
Gingen in Ootmarsum de lichten ook om 8 uur uit?
“Ja, de verduistering was een hele toestand. Als je in het donker naar huis moest moest je lopen op de tast. De Duitsers kwamen ook controleren of het licht uit was. Ik moest een keer mijn zusje ophalen die bij de bakker werkte. Zij had avonddienst. Het was heel gevaarlijk. Gelukkig zijn we wel weer thuis gekomen.”
Trokken de Duitsers ook in de Ootmarsumse huizen in?
“In grote gebouwen wel, zoals de scholen of het stadscafé. Maar niet in gewone huizen.”
Wat is jouw ervaring van de oorlog?
“De oorlog is voor mij voorbijgegaan als een spannend jongensboek. Behalve die ene oorlogsnacht. Toen is mijn angst voor de oorlog begonnen. Gelukkig zijn we 2 maanden later bevrijdt.”
Chris Velthuis heeft ook een gedicht gemaakt over de oorlog.
Kerkhof.
Op een dag in de herfst ben ik het oude kerkhof opgegaan. Bij een kruis met mos begroeid bleef ik in mijn gedachten staan.
Er kwam een schooljongen, een vriend, terug in mijn herinneringen. Zijn sterven in die oorlogsnacht bracht leed dat niet meer overging.
Ik las de namen op de zerken van zovelen, een vriend, een kind. We moeten leven met de doden, is dit het einde of het begin?
C.V