Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Tijdlijn

3000 v.c. - nu
3000 v.c. - 500
500 - 1000
1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
1900 - 1950
1900 - nu
Print

Onderduikers in Ootmarsum

Dit verslag is gemaakt door Jill en Sofie uit groep 8

Wat zijn onderduikers & wie waren ze?
Onderduikers zijn mensen die zich schuil houden voor de vijand. In de tweede wereld oorlog waren er ook veel onderduikers. Die onderduikers waren vaak joden, mensen van het verzet of jongens die ouder die ouder dan 18 jaar waren. Die jongens moesten in het Duistse leger of ze moesten werken in fabrieken waar de Duitse mensen niet konden werken omdat die in het leger zaten. Onze oma’s hadden ook onderduikers thuis. Maar daar vertellen wij nog meer over in het hoofdstuk over onze oma’s in de tweede wereldoorlog. Er waren ook onderduikers in Ootmarsum. 

Jan Essink
Jan Essink uit Ootmarsum was een onderduiker. Hij kreeg op een dag een brief. Daar stond in dat hij moest werken in Duitsland. Daarom verstopte Jan Essink zich op plaatsen waar de Duitsers hem niet zo gauw konden  vinden.
Toen hij die brief kreeg was hij 19 jaar. Hij moest zich melden en zou in textielfabriek in Nordhorn moeten werken. ‘Dat is in elk geval geen wapenfabriek. Bovendien is het mooi dicht bij huis.’ Dat dacht Jan en meldde zich daarom aan. Vanaf dat moment moest hij elke maandag met een bus naar Nordhorn en werd hij zaterdags weer teruggebracht. Op een dag was Jan in de fabriek aan het werk, toen hij plotseling kreeg te horen om naar Osnabrück te gaan het puin opruimen. Want die stad was namelijk gebombardeerd. Maar dat wilde Jan niet. Hij wist handig te ontsnappen, samen met Jan Veldboer die ook uit Ootmarsum kwam . Jan ging lopend op weg naar huis. Maar toen hij aangekomen was in Ootmarsum moest hij zich natuurlijk verstoppen. Hij werd een onderduiker. Op het springendal mocht Jan in een zomerhuisje wonen. Zijn vriend Johnny Doornweerd en ook zijn zus riet kwam regelmatig op bezoek en bracht hem dan eten en kleren. Op een nacht werd Jan plotseling wakker. Er liepen enkele mannen rond het zomerhuisje. Ze praatten met elkaar, maar Jan kon niet verstaan wat ze zeiden. Op een werd er aan de deur gerommeld. Maar Jan had deze deur goed opslot gedaan. Jan kon die nacht niet meer slapen omdat hij bang was dat die mannen terug zouden komen. De andere ochtend verliet Jan het zomerhuisje. Na wat rondgezworven te hebben, kwam hij bij de boerderij van Johan Brunninkhuis. Daar kreeg hij een plaatje op de hooizolder. Jan Essink heeft de oorlog overleefd.

Onderduikers in Ootmarsum.
Niet lang naar dat de Duitsers op 10 mei 1940 ons land waren binnengevallen, begonnen de zogenaamde razzia’s, drijfjachten waarbij mensen uit de bezette gebieden werden opgepakt.
Het meest berucht zijn de razzia’s waarbij Joden werden gevangen genomen en naar de vernietigingskampen werden gevoerd. Maar ook werd al spoedig jacht gemaakt op jongemannen die naar Duitsland werden gebracht om daar tewerk te worden gesteld in de Duitse (oorlogs)industrie. Hun eigen arbeiders waren immers op een andere manier bezig om het ideaal van Adolf Hitler, een Groot Duits Rijk te verzenlijken. Om aan die Arbeitseinsastz te ontkomen, gingen vele Nederlands onderduiken, zich verstoppen. Ons land kende de gehele oorlog door vele onderduikers en ook in onze regio kende mensen het verschijnsel. Een van de vele Ootmarsumse onderduikers was Jan Essink (Markstraat).

De verhalen van onze oma’s

De oma van Sofie:
Mijn oma had in de tweede wereldoorlog onderduikers. Bij mijn oma dook een jongen op de zolder onder omdat hij 18 jaar was en hij wou niet werken in Duitsland. Als er Duitsers kwamen ging hij in hol van stro zitten. Op een dag kwamen de Duitsers rond mijn oma’s huis opzoek naar een onderduiker. Maar die jongen was bij de buurman aan het werk. Mijn oma moest van haar moeder naar de buurman toe lopen. Ze moest zeggen dat die jongen in gevaar was en dat hij zich moest verstoppen. Dat was het verhaal over onderduiker in oma’s huis.

De oma van Jill:
Mijn oma was ook een keer met haar broertje die nog heel jong was in het weiland aan het spelen. En opeens ging het luchtalarm af. Oma sleepte zijn broertje steeds mee omdat hij nog niet zo snel kon rennen. Er vielen allemaal bommen om haar heen. Ze had geluk dat ze niet geraakt was. Maar om haar heen lagen allemaal bommen. Oma woonde toen in Rossum op een boerderij. Ook was in een weiland dicht bij hun een vliegtuig neergestort.

Slot:

Dit was ons werkstuk over onderduikers. Ik hoop dat jullie er veel van geleerd hebben. Wij in ieder geval wel. Wat wouden leren hebben wij geleerd.

Bronnen:
Wij hebben onze informatie van:
-Onze oma’s
-Het internet
-Uit de boeken Ootmarsum Door Ben Morshuis en uit Ootmarsum 1940 – 1949

 


Media
  • onderduikers.jpg

Laat een bericht achter
De naam die je hier invult wordt weergegeven bij de reactie.
Je e-mail adres is nodig voor het verwerken van de reactie, maar wordt niet getoond op de website.
De veiligheidscode wordt gebruikt om spam tegen te houden. Hiermee kunnen mensen worden onderscheiden van automatische spam scripts.
CAPTCHA Afbeelding
Vul de bovenstaande code hieronder in