De meest gefotografeerde gevel van Ootmarsum? Dat is de gevel van het Cremershuis aan de Marktstraat. Een prachtig en ook deftig pand, dat iets laat zien van de rijke historie van Ootmarsum. Het is een rijksmonument, zoals in onze stad meer van dat soort monumenten staat. Vandaar ook dat het stadscentrum van Ootmarsum een “Beschermd Stadsgezicht” is. Het betekent dat we verplicht zijn dit stadsdeel goed te onderhouden. We moeten het ongeschonden aan het nageslacht doorgeven.
De twee zijgevels van het Cremershuis zijn in vakwerkstijl gebouwd; je kunt dat bij de smalle gangetjes tussen de huizen nog net zien. Maar het meest opvallend is natuurlijk de voorgevel. Deze bestaat uit baksteen. Verder is de gevel versierd met mooi uitgehouwen Bentheimer zandsteen.
De naam Cremershuis heeft te maken met de naam van de man die het pand bouwde. Het was Joan Cremer die het in 1656 liet bouwen en daar ging wonen met zijn vrouw Jenneken Dreesman. In de loop der eeuwen daarna hebben in dit pand meerdere deftige en belangrijke personen gewoond. Wat dacht je van burgemeester Vosding van Beverforde. Of van de rechter die Victor heette.
 
In de tijd die nog niet zo ver achter ons ligt, woonde er ook de joodse familie Menco. Later, in 1944 zou een zoon van die familie tussen Ootmarsum en Reutum door de Duitsers worden doodgeschoten, samen met zijn drie zonen.
 
Het was in het jaar 1919 dat Gerhard Essink het huis kocht van de familie Menco. Sindsdien is de familie Essink eigenaar van het Cremershuis. De zoon van Gerhard zette de textielzaak nog een aantal jaren voort.
 
Opvallend aan de prachtige gevel is de steen in het midden. Je ziet daar het jaartal 1656 geschilderd. Dat is het jaar waarin Joan Cremer het huis bouwde. Hij was textielhandelaar van beroep en daar hebben de andere figuren op de steen mee te maken.
 
Allereerst de vogel. Dat is een kraanvogel. Deze staat op één poot, terwijl hij met de andere poot een steen vasthoudt. Een kraanvogel die op deze manier is afgebeeld, is het teken van waakzaamheid. Die vogel moet altijd oplettend zijn en mag nimmer in slaap vallen. Valt hij namelijk in slaap, dan zal hij de steen laten vallen. Maar daardoor zal hij meteen wakker schrikken, de steen weer oppakken en weer opletten. De kraanvogel met steen is het symbool van de goede handelaar. Een handelaar moet immers ook altijd waakzaam zijn en goed opletten.
En nu die vreemde tekens op de steen.
 
Een rondtrekkende handelaar kon vroeger natuurlijk niet al zijn handelswaar zelf meenemen. In de (post)koets waarmee hij reisde, was daarvoor geen plaats. Hij stuurde daarom zijn handelswaar in een grote kist vast vooruit met een wagen of een trekschuit.
 
Dat deed ook textielhandelaar Joan Cremer. Om nu te laten weten dat het de kist van Joan Cremer was die bijvoorbeeld in Hamburg of in Amsterdam aankwam, zette deze er een merk op in de vorm van een aantal tekens. Die kist droeg dus het handelsmerk van Cremer. Dat handelsmerk staat samen met de kraanvogel op de gevelsteen van het Cremershuis afgebeeld.

Twents
 1.In de Marktstroat is één van de mooiste gewwels van Oatmössche te zeen.
2.Doezenden leu dee Oatmössche hebt bezocht, hebt ne foto van dizn gewwel maakt.
3.Bie ’t messeln hebt ze baksteen’ en Bèèntemersteen broekt.
4.Of ie de stad inkomt of oetgoat deur de Marktstroat, ’t Cremershoes valt oe voart op.