Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Tijdlijn

3000 v.c. - nu
3000 v.c. - 500
500 - 1000
1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
1900 - 1950
1900 - nu
Print

Grafstenen en sleuven

In een ander verhaal in dit boek staat te lezen dat over enkele bijzonderheden van de r.- k. kerk aparte hoofdstukjes geschreven zullen worden.

Enkele van die bijzonderheden die de moeite waard zijn om genoemd te worden, vind je aan de zuidkant van de kerk. Aan dezelfde kant waar de kogel in de kerkmuur zit.

Je ziet daar naast de kerk een paar grote grafstenen of grafzerken liggen. Enkele ervan zijn mooi versierd. Zo is op een paar zerken een kelk afgebeeld. Dat wil zeggen dat het een grafsteen is van een overleden pastoor. Met een beetje geduld kun je van de meeste grafstenen ook het opschrift wel ontcijferen. De kleine grafsteen is van een kind dat slechts vijf jaar is geworden; het leefde van 1855-1860.

Die grafstenen of grafzerken liggen daar niet, omdat daar die mensen zijn begraven. Ze komen van de begraafplaats aan de Oldenzaalsestraat.

Toen in de jaren 1990 en 1991 het hele Kerkplein grondig werd opgeknapt, wilde men zoveel mogelijk laten zien hoe het daar vroeger was geweest. Ook de oude geschiedenis van onze stad moet immers bewaard en getoond worden.

Nou, heel vroeger was aan de Oldenzaalsestraat niet eens een kerkhof. De overledenen werden naast de kerk begraven. En volgens gebruik gebeurde dat vooral aan de zuidkant van de kerk. Dat is de kant met het meeste licht, zegt het oude geloof. De zon schijnt immers overdag vooral vanuit het zuiden. Om aan te geven dat hier vroeger de mensen werden begraven, zijn tijdens de opknapbeurt die grafzerken daar neergelegd. 

Misschien weet je het niet, maar vroeger werden ook mensen binnen in de kerk begraven. Dat gebeurde echter alleen met pastoors en met rijke mensen die zo’n graf in de kerk konden betalen. Ze kwamen dan gewoon onder de vloer te liggen, maar dan wel onder een mooie grafsteen, waar de naam van de overledene op stond. Als zo’n lichaam dan een poosje had gelegen, begon het te vergaan. En zoiets ruikt dan niet erg lekker. Dan zeiden de mensen in de kerk stiekem tegen elkaar: “Daar ligt weer zo’n rijke stinkerd.” Nu weet je ook waar dat gezegde vandaan komt.
Dichtbij die grafstenen, maar dan in de kerkmuur zie je van die diepe sleuven. Alsof een kwajongen daar met een mes heeft staan krabben.
Nou, daar lijkt het ook wel wat op en zo zijn die sleuven daar ook in de muur gekomen. Maar over de reden, waarom ze vroeger die sleuven maakten, is men het nog niet eens.

Er zijn mensen die zeggen, dat de inwoners aan de muur hun messen gingen slijpen. Of dat soldaten daar hun wapens scherp maakten. “Maar”, zeggen anderen, “de kerk is toch een heiligdom. Daar ga je toch geen wapens op slijpen.”
Een andere groep zegt, dat het schraapsel van de steen werd vermengd met bepaalde kruiden. Als dat mengsel dan op een wond werd gesmeerd, dan genas die wond eerder. 
Hoe het ook is, de sleuven zitten erin, evenals in de oude kerk in Oldenzaal en in Delden. 

Twents
1.Vrooger wedn de doadn in de buurt van de kark begraawn.
2.A’j völ gèèld hadn, dan ko’j ’n graf in de kark koapn.
3.Ok in de kark van Oatmössche hebt ze graawn van pestoars vondn.
4 In de joarn 1990 en 1991 wedn ’t Karkplien oarig op e knapt. 
 
 
 
 
 
 


Media
  • graf pastoor.JPG
  • kindergraf.JPG
  • sleuven in de kerk.JPG

Laat een bericht achter
De naam die je hier invult wordt weergegeven bij de reactie.
Je e-mail adres is nodig voor het verwerken van de reactie, maar wordt niet getoond op de website.
De veiligheidscode wordt gebruikt om spam tegen te houden. Hiermee kunnen mensen worden onderscheiden van automatische spam scripts.
CAPTCHA Afbeelding
Vul de bovenstaande code hieronder in