We hebben bij het bekijken van de grote r.-k. kerk van de H. H. Simon en Judas al heel veel interessante dingen gezien en geleerd. Maar we moeten dat unieke gebouw ook eens van binnen bekijken. Dan zul je zien dat ook daar van alles te bewonderen is. En als je vragen hebt, ga dan eens naar een kerkewacht. Hij kan jullie vast nog meer vertellen.

Het is natuurlijk onmogelijk om al die bijzonderheden te beschrijven. We zullen er in dit verhaal zomaar een paar uithalen.

Altaar

Vóór in de kerk staat op het priesterkoor tegen de muur het hoofdaltaar. Het werd in 1860 gebouwd. Op de zijluiken staan de vier evangelisten afgebeeld. Zij hebben alle vier de geschiedenis van Jezus beschreven. In het midden staat een kastje met twee deurtjes. Dat kastje heet tabernakel en hierin staan de kelken met hosties. Dat is het heilig brood. Omdat het heilig brood altijd in het tabernakel is, brandt links van het altaar altijd de godslamp. Deze is in 1864 gemaakt.

Grafkelder

In 1969 werd tijdens de restauratie bij het graven een soort kelder gevonden. Die zat vol zand en puin. Nadat dit alles was verwijderd, zag men dat het een grafkelder was. Daar waren enkele bewoners van het Huis Ootmarsum begraven. De restanten van de kist van de laatste bewoner, Sigismund van Heiden Hompesch lagen daar nog. Hij was daar in 1790 begraven.

De grafkelder doet nu dienst als columbarium. Hierin worden de urnen met as van overledenen bewaard.

Preekstoel

De preekstoel stond vroeger midden in de kerk. Hij werd na de restauratie van de kerk in 1973 naar de zijkant geplaatst. Hij is het bekijken meer dan waard. De beelden die je op die preekstoel ziet, hebben alle te maken met het leven van Jezus. Zo zie je hoe Jezus als 12-jarige les geeft in de tempel en ook hoe hij de mensen vanuit een scheepje toespreekt. Je ziet hoe Jezus bij een put met een Samaritaanse vrouw staat te praten. Op elke hoek is een beeld van een profeet te zien. De preekstoel doet geen dienst meer.

Orgel

Het orgel is in 1814 gebouwd en volgens mensen die er verstand van hebben, is het een van de belangrijkste orgels in de Nederlandse katholieke kerken. Het wordt een Epmann-orgel genoemd naar de bouwer van dit muziekinstrument. Het is in de loop der jaren enkele keren gerestaureerd. Op dit orgel wordt ook gespeeld tijdens de bekende orgel-wandelconcerten.

Vitrine

Je begrijpt dat een aantal kostbare bezittingen achter glas bewaard moet worden. In de glazen vitrine zie je onder andere een prachtige monstrans. Deze wordt gebruikt om de H. Hostie (het heilig brood) aan de mensen te tonen. Deze monstrans werd in het jaar 1392 gemaakt van zilver en daarna verguld.

Verder staat er een zilveren wierookvat met scheepje. Daarop staan een stadsteken en een meesterteken (van de maker). Dit wierookvat werd in de 18^e eeuw gemaakt (tussen 1700 en 1800).

De grote koorkap, een soort mantel die de priester tijdens grote feestelijke gebeurtenissen draagt, is van witte zijde gemaakt. Dat is in 1749 gebeurd. De patroonheiligen Simon en Judas staan op het medaillon afgebeeld.

Twents

1. In de kark hoof ie nich alleen te luustern, mear d’r is ok van alles te zeen.
2. Oawerdag kö’j de kark ok van binn’ bekiekn.
3. ’n Preakstool en ’t öärgel bint beide a heel oald.
4. In ’n glaazn käske (vitrine) bint völ oale en mooie dinge te zeen.